Aantal berichten : 565 Registratiedatum : 26-07-10
Inferno Account Partner: I make the wrong choice ... Afkomst: Gadara Gevoelens: They Are two people who measing with my feelings
Onderwerp: Wedstrijd 2: Een kort verhaal over je personage vr aug 13, 2010 10:23 am
Door omstandigheden is deze wedstrijd een aantal dagen uitgesteld... Ik wou Tadase nog een keer van harte feliciteren met het winnen van de vorige wedstrijd, aangezien hij heeft gewonnen mag hij bepalen wie DEZE wedstrijd wint.
Over de wedstrijd Deze wedstrijd loopt tot 23 august. De bedoeling van deze wedstrijd is een verhaaltje te maken met je personage, het mag een stukje verleden zijn van je personage of iets wat die gene heeft meegemaakt een stuk dagboek van je personage, alles kan als het maar over je personage gaat... Zo komen andere meer te weten over je personage maar ook jij zelf kan mischien hierdoor wijzer worden. Alles mag en Alles kan.
De regels 1. Verzin het zelf! 2. maximaal 200 woordn 3. have fun!
Inferno Account Partner: Where? \(゚Д゚)/ Afkomst: Ilach Gevoelens: Maybe. Not your business.
Onderwerp: Re: Wedstrijd 2: Een kort verhaal over je personage zo feb 27, 2011 11:58 am
WEDSTRIJD IS DOOD. Maar aangezien ik eersteklas EHBO-er ben, zal ik het reanimeren.
Kan ik het hier gewoon posten? Bij deze dan, mijn 'verhaal'
Betrayal:
En overal heerste duisternis. Duisternis, donker als de steenkolen die verspreid lagen over heel Ilach. Lava dreef als roodgekleurd bloed de spleten uit, van platen die losgescheurd waren van elkaar en de aarde. Zijn ogen oranje gekleurd, met spleetjespupillen zwarter dan zelfs de duisternis die er nu heerste, zocht het wezen naar een prooi. Het liep op zijn twee achterpoten, zijn voorpoten kon hij dan zo nodig als wapens gebruiken. Een zwarte schim die reisde door de schaduwen, om niet gezien te worden. Een jager zelve. Het wezen bevond zich in een diepe lava put onder de grond. Hij klom tegen een wand op om in de schaduw te blijven. Zijn blote voeten haakte zich handig tussen de gloeiendhete stenen en de schim kroop tegen de wand op, zigzaggend, om aan de andere kant van een lavastroom te komen. Erop lettend dat het wezen in de schaduw bleef. Geruisloos, zonder gezien te worden, ondanks het feit dat er niemand was om de schim te zien. Pas aan de andere kant, toen het de muur losliet, kon je zijn werkelijke gedaante zien. En zien dat het geen mannelijk personage is waarover wij spreken. Haar voeten raakte zacht en lieflijk de grond, stilletjes, als onschuld zelve. Het ultieme monster. Het was een meisje. Eenmaal uit de schaduw zag ze eruit als elke doorsnee tiener. Ze had oranjerood haar, net als de lava die rond pompte door de hele planeet waarop ze zich bevond. Haar ogen, in de schaduw oranje met spleetpupillen, veranderden in het licht tot normale lichtbruine mensenogen. Ze was niet erg groot, wat haar erg licht maken en vliegensvlug. Ze droeg een wit T-shirt met korte mouwen, die wonder boven wonder kraakhelder was, niet aangetast door zweet of ander vuil. Erop stond een logo van een bekend kledingmerk. Ook droeg ze een korte spijkerbroek, een absurd korte broek, waarschijnlijk om gemakkelijker in te bewegen. Ook deze was schoon. Het meisje keek zoekend om haar heen. Ze leek te wachten. “Hé, jij daar.” Het was een zacht geluid geweest, een gefluister, waarop met zou kunnen beschrijven ‘in de wind’, maar die was er niet in de lava putten van Ilach. Het meisje spitste haar oren en keek omhoog. In een inham in de stenen wand gloeiden twee gele lichtjes en keken haar bespiedend aan. Een grijns doorbrak in het gezicht van het meisje: twee scherpe hoektanden werden zichtbaar. De gele lichtjes knipperden, en toen schoot er een wezen uit de inham: vliegensvlug. Een zwarte bol schoot over de muur en nog geen milliseconde later stond een iets oudere jongen naast haar. Hij grijnsde dezelfde grijns als het meisje. Rood haar had hij. “Hallo Riko,” zei hij helder. “Hallo, Gin,” zei het meisje Riko terug, “want brengt jou hier?” “Hetzelfde als wat jou hier brengt,” zei Gin, zoals de jongen heette. Zijn glimlach verdween van zijn gezicht en hij keek rond. Zijn ogen waren veranderd in lichtbruine ogen, net als die van Riko, en hij zocht naar iets. “Riko, ik moet je iets vertellen,” begon Gin. Riko’s ogen werden groot. De toon in zijn stem stond haar niet aan. “O ja?” “Ja.” “De missie.” “Daar gaat het inderdaad over.” “Wat is daar mee?” Gin keek haar aan. “Wat is jou missie?” “Die van mij?” ze keek hem raar aan, “dezelfde zoals elke avond. Ik moet jagen. Prooi vinden voor het avondeten.” Gin keek ongemakkelijk van haar weg. “Die van mij is… anders.” Riko begreep hem niet. Hij moest net als haar ook jagen. Toch? Dat was altijd zo. Soms moest hij wel eens iemand doden, dat was waar, maar hij was dan ook ‘speciaal’. Hij was veel sterker dan normale Ilachielen. Gelukkig hield hij het altijd voor zich als hij iemand moest doden. Meestal waren het mensen die in de weg stonden, of zo, of waardeloze schepsels als er eten te weinig was en ze toch niet nodig waren. “Luister, Riko, ik heb geprobeerd mijn missie te weigeren…” zei hij zachtjes. Riko slikte. “Ik heb je geprobeerd te beschermen.” “Gin, wat bedoel je?” Riko keek hem angstig aan en ze zette een stap achteruit. “Doe niet zo raar. Je maakt me bang.” Gin keek haar geschrokken aan. “Dat… spijt me.” Ze zwegen. Riko voelde zich niet op haar gemak. Met een van haar blote voeten draaide ze rondjes over de steenkolenvloer, de lava kwam tussen haar tenen en kriebelde. “Het spijt me echt.” Twee handen sloten zich om Riko’s nek. Ze kon niets meer. Niet inademen. Niet uitademen. Niet praten, niet vuurspuwen. Niet om hulp roepen of zelfs maar piepen. Vlekken voor haar ogen. Ze probeerde naar adem te happen, maar haar mond ging alleen maar open en dicht, en zelfs dat met moeite. Haar kaken kwamen amper voor elkaar. Toen was er het vuur. Vuur deed haar normaal niets, maar dit vuur was ondraaglijk, de pijn onmens. Het likte aan haar huid en beet in haar ogen. Ze opende haar mond, en het vuur kroop naar binnen en brandde haar keel. Toen was het vuur weg, en lieten de handen los. Riko stortte neer op de grond. Haar knieën raakte de lava, en voor het eerst in een lange tijd had ze te weinig kracht om haar kleren en huid ertegen te beschermen en voelde ze hoe haar knieën branden. Ze kon niet opstaan en zag brandplekken op haar blote knieën verschijnen. Een hand tilde haar op aan haar kraag en haar voeten verlieten de grond weer. Riko stribbelde tegen. Ze keek recht in het gezicht van Gin, wiens ogen vol tranen stonden. “Riko.” “Niet doen, Gin, ik ben je zus,” fluisterde Riko zachtjes. Ze greep met haar handen naar zijn pols, die haar omhoog hield. “Maar je bent waardeloos.” Haar hart brak. “Niet waar.” “Er is te weinig eten. Je moet dood.” “Niet waar.” “Je bent niets waard.” “Niet waar! Gin, hou op!” Ze huilde. Riko huilde, harder dan dat ze ooit had kunnen doen. Gin keek haar glashard aan. “Riko. Je bent nu dood.” Riko keek hem niet-begrijpend aan. “Ga naar die school waar we het over hadden,” zei Gin, “dan… dan hoef ik je niet te doden. Kom niet terug. Kom niet terug! Riko. Je bent nu dood.” “Maar Gin… “Dood!” Hij liet haar los en opnieuw stortte Riko op de grond. De zwarte bal met gele ogen verdween en liet zijn zusje in tranen achter. Ze was verstoten. Ze was dood.
Laatste stuk is afgeraffeld. Post-botten en tegelijk verhaal typen is fail. x: Daarbij is stuk veel meer dan 200 woorden. Pech gehad. Had meer woorden nodig. Ik is nog grotere fail, want zo heb ik 't doel nog niet bereikt. Meh. Heb lol gehad. :/
Inferno Account Partner: Angels everywhere, but one is sparkling. Afkomst: Libunno Gevoelens: Someone just made a great mess in my mind. And it's beautifull.
Onderwerp: Re: Wedstrijd 2: Een kort verhaal over je personage vr apr 22, 2011 11:10 am
IK POST GEWOON NOG EEN KEER. Alleen nu op ander account. En deze keer met slechts tweehonderd woorden. Goed, sorry. Met tweehonderdvijfenvijftig dan. Maar ik hoop dat hier doorheen gekeken kan worden, want korter kan ik het niet maken.
(255 woorden)
Doodskreet:
De nacht gevuld met sterren was woest en kwaadaardig. Niet te vertrouwen. In oorlog. Er was geschreeuw. Bloed. Gekletter van ijzer op ijzer. En machtsbesef. Lazlo Chouko heette hij. De zeventienjarige jongen was een fenomeen in de strijd geworden. Hij was degene waarover gezongen werd in liederen, degene die de vijanden van de wereld verjaagden. Het was hij die de kinderen verdedigden tegen nachtmerries, en die de ridder te paard was voor vele meisjes. Lazlo was een held. En met helden viel niet te spotten. De strijd vanavond was heftig. Lazlo grijnsde. Grootsheidswaanzin maakte zich van hem meester. Twee bange ogen glinsterden in het weinige licht en keken hem aan. Ze behoorden aan een jongen, net een jaar jonger dan hem. Hij lag vlak op zijn rug besmeurd onder bloed, aan Lazlo’s voeten. Lazlo keek op hem neer. Zijn ogen waren voor de jongen niet zichtbaar. Behalve zijn bloeddorstige glimlach. Lazlo hoorde de adem van de jongen versnellen. Gefocust op zijn prooi dat hij was hoorde hij diens angst boven al het oorlogsgeweld uit. “Je kunt geen kant op,” fluisterde Lazlo hem zachtjes toe. Zijn lach was moordlustig. “Slaap lekker.” Toen tilde hij zijn voet op en trapte de jongen recht in zijn gezicht. Hij voelde diens neus bot kraken en wist dat het recht zijn hersenen in geschoten was. Hij hoorde onder zijn voet de schreeuw van pijn, die de jongen niet had kunnen onderdrukken. Die hij niet kon, noch wilde stoppen. Het was zijn laatste uitroep. Zijn doodskreet. Die was er niet meer.
Gesponsorde inhoud
Onderwerp: Re: Wedstrijd 2: Een kort verhaal over je personage